In dit hoofdstuk over inschrijvingen- en resultatenbeheer is terugkerend sprake van studiedelen, studieactiviteiten, roostering, Y-vakken, resultaten, eindresultaten en andere termen die wellicht verwarrend zijn. Daarom hieronder alle definities op een rij.
Studiedeel
- Een onderdeel van een studie
- Opgenomen in de studiegids
- Heeft een studiegidsnummer waarmee het makkelijk te vinden is in uSis
- Kan uit allerlei werkvormen bestaan (zie hieronder)
- Kan een deel zijn van een samenstelling (zie hieronder)
- Is niet ingeroosterd
- Voorbeelden van studiedelen:
- Statistiek A
- Inleiding Romeins recht
- Bouwen in de middeleeuwen
- Zintuigen en Zenuwstelsel
Werkvorm
- De vorm van een studiedeel, bijvoorbeeld hoorcollege, werkgroep, tentamen, practicum, stage
- Te herkennen aan de laatste letter van het studiegidsnummer: bijvoorbeeld H(oorcollege), W(erkgroep), T(entamen)
- Altijd gekoppeld aan een hoofdstudiedeel (lees hieronder)
Y-vak, hoofdstudiedeel en samenstelling
- Een studiedeel kan bestaan uit verschillende onderdelen in verschillende werkvormen. Bijvoorbeeld: het vak Belastingrecht bestaat uit een hoorcollege, een werkgroep en een tentamen.
- Alle studiedelen die horen bij één studiedeel vormen de samenstelling van dat studiedeel.
- Het hoofdstudiedeel is het studiedeel waaronder de verschillende werkvormen vallen.
- Het hoofdstudiedeel beschrijft de eindtermen van het te behalen vak (bijvoorbeeld het aantal te behalen studiepunten, en welke studiedelen gevolgd moeten worden).
- Het studiegidsnummer van het hoofdstudiedeel eindigt op Y, daarom wordt het hoofdstudiedeel ook het Y-vak genoemd.
- Zelfs als een studiedeel maar één werkvorm heeft (bijvoorbeeld: een vak bestaat alleen uit een hoorcollege), zal het bestaan uit twee onderdelen: de werkvorm met studiegidsnummer eindigend op H, W of T, en het Y-vak.
- Eindresultaten worden altijd gekoppeld aan een Y-vak (zie hieronder).
- Pas wanneer een student een cijfer heeft op het Y-vak, is het studiedeel behaald en worden de studiepunten toegekend (lees hieronder).
Studieactiviteit
- Is een ingeroosterd studiedeel
- Heeft altijd een begin- en einddatum
- Is gebonden aan een studiejaar of periode (bijvoorbeeld studiejaar 2013-2014 dus volgperiode 2131)
- Heeft een voor die periode uniek studieactiviteitennummer
- Kan gekoppeld zijn een docent, lokaal/faciliteit en tijdstip, maar dat hoeft niet
- Is datgene waar een student zich voor inschrijft.
Resultaat
- Een cijfer voor een studiedeel (kan ook een letter of een vrijstelling zijn)
Eindresultaat
- Definitief resultaat voor een hoofdstudiedeel
- Gekoppeld aan het Y-vak
- Vaak het gemiddelde resultaat van de verschillende resultaten van de onderdelen van het hoofdstudiedeel (afhankelijk van de inrichting van de samenstelling)
- Wordt doorgeboekt op het Y-vak de nacht na het invoeren van het laatste deelresultaat van de samenstelling
- Alleen met een eindresultaat is het studiedeel behaald en worden de studiepunten toegekend
Sessie
Een sessie geeft de periode aan waarin de studieactiviteit gegeven wordt. Bij de inrichting van de sessie wordt niet alleen de begin- en einddatum van de periode opgenomen, maar ook de begin- en einddatum voor de inschrijving voor de activiteiten. Voor ieder studiejaar (periode) worden de sessie ingericht door functioneel beheer.
Voorbeeld: Sessie S1 is aangemaakt voor semester 1 en loopt van 1 september t/m eind januari. Studenten kunnen zich vanaf 1 juli inschrijven.
Sessiewaarden